Twee broers spelen met soldaatjes die ze zelf maken van oud lood. Elke avond stellen de broers de soldaten keurig in het gelid op onder het bed op hun kamer.
Maar op een ochtend ontdekt de jongste broer iets vreemds: de opstelling is veranderd zonder dat hij of zijn broer ermee hebben gespeeld. Of is dat verbeelding? Hij probeert wakker te blijven de volgend nacht en dan ziet hij hoe de soldaten uitrijden?maar dat zal toch een droom zijn? Alleen: hoe zijn die kleinigheden dan te verklaren die de jongen op klaarlichte dag aantreft en die aanleiding geven tot boosheid en ruzie met zijn oudere broer?
Als het geen dromen zijn die hem nacht na nacht overkomen en hij werkelijk verwikkeld is geraakt in die gruwelijke oorlog, wat moet hij dan doen? Voor welke partij moet hij kiezen? Of moet hij zich eraan ontrekken? Maar hoe?