Ben jij het zelf?

Jij droomt ?s nachts. En soms weet je de droom nog wanneer je wakker bent geworden. Gekke droom, denk je. Of akelige droom, of mooie droom. Wat beleef je niet allemaal terwijl je in je bed ligt te slapen. Je valt van een toren en dan word je met een schok wakker.
Dromen gebeuren in je binnenste. Dat is de plaats waar je iets voelt zonder te kunnen zeggen waar het zit: blijdschap, verdriet, zenuwachtigheid, angst. Maar het is ook de plaats waar idee?n vandaan komen, gekke plannetjes, fantasie?n of dagdromen waarin je je vriendje redt uit een brandend huis of een beroemde televisiester bent.
Je binnenste zit vol. Er zit veel meer in dan eruit komt: herinneringen en fantasiebeelden en verlangens die op de een of andere manier verstopt blijven en die je zelf niet weet. Maar af en toe komt er iets boven; dan weet je ineens wel wat je tevoren niet wist. Als je droomt, komt er ook iets uit je binnenste naar boven. Soms juist van dingen die verstopt zitten. Maar ze komen niet openlijk; ze verkleden zich en voeren een verhaal op als een toneelstuk. ?Ik droomde dat ik achterna werd gezeten door een griezelig beest, maar ik kon niet hard lopen, het leek of er stroop aan mijn schoenen zat?.
Het is lang niet altijd eenvoudig om erachter te komen wat zoiets betekent maar wat je ook droomt, al gaat het over een slag, een griezelig beest, je moeder, een vliegtuig, het is altijd iets van jezelf, verkleed als moeder of als vliegtuig?hoeveel duizenden dingen kunnen mensen niet dromen, in de vreemdste volgorde.
Fantasieverhalen en sprookjes komen, evenals dromen, uit je binnenste. Ook in die verhalen zijn dingen verkleed. Als koning, als draak, als heks, als reus. Het enige wat de verteller doet is ze keurig op een rijtje zetten tot een begrijpelijk verhaal. Maar er zit nog een andere betekenis achter het verhaal. Je zou kunnen proberen sprookjes te begrijpen zoals je kunt proberen een droom te begrijpen om erachter te komen wat er werkelijk in het binnenste van mensen, dus jezelf, leeft.
Het verhaal in dit boek is niet nieuw. Als je het begint te lezen of naar de tekeningen kijkt, zal je denken: dat ken ik al. Maar dat is ook de bedoeling, want als je het verhaal niet goed kende, zou je ook niet merken dat de verteller iets uit het binnenste ervan naar buiten heeft gehaald: de wolf. De wolf waar je zo bang voor bent, waar je tegen vecht, waar je voor vlucht, dat is niet een wolf in het bos. Het is iets uit je eigen binnenste, verkleed als wolf. Daar gaat het verhaal over: wie je droomt, ben je zelf.